Creatieve sector is onmisbare schakel in antwoord op maatschappelijke uitdagingen
De creatieve industrie is een onmisbare schakel in de aanpak van de grote vraagstukken op het gebied van zorg, voedsel, veiligheid, energie en de circulaire economie. “Het is onze rol om die transities aan te jagen en te versnellen. Vanuit die optiek kijken de experts om ons heen welke kennis nodig is om beter te kunnen ontwerpen en sneller op te kunnen te schalen, zodat we als creatieve sector beter bij kunnen dragen aan al die verschillende uitdagingen”, aldus Marjolein van Vucht, programmamanager bij CLICKNL.
Kennis en samenwerking
CLICKNL is het Topconsortium Kennis en Innovatie van de voormalige topsector Creatieve Industrie en verantwoordelijk voor verschillende kennis- en innovatieagenda’s en programma’s. “We faciliteren kennisontwikkeling en samenwerking in onze industrie om te komen tot innovaties. Samen met experts – creatieve professionals en onderzoekers – stellen we innovatieagenda’s op. Daarnaast bouwen we aan programma’s, waarbinnen projecten kunnen lopen.
We mikken daarbij op publiek-private samenwerkingen met onderzoekers, ontwerpers en het liefst ook probleemeigenaren: partijen uit domeinen waarin de vraagstukken spelen zoals de zorg, de bouw of de publieke sector. De onderzoekers valideren ontwerpmethoden en de ontwerpers kunnen hun producten, diensten en systemen itereren en daadwerkelijk testen binnen de context. Dat levert winst op voor de onderzoekers die nieuwe kennis ontwikkelen, winst voor de creatieve professionals die meer kennis vergaren en betere ontwerpmethoden krijgen en dus ook een sterkere sector worden, en winst voor de stakeholders zoals bijvoorbeeld een zorginstelling en haar zorgbehoevenden”, zegt Van Vucht.
We faciliteren kennisontwikkeling en samenwerking in onze industrie om te komen tot innovaties.
Methodologisch ontwerpen
Creativiteit en wetenschap ontmoeten elkaar in de agenda’s en programma’s van CLICKNL onder een strakke regie. “Dat is inherent aan de methodologisch ingezette creativiteit van de ontwerpende sector. Daarbij hebben we het niet zozeer over hobbymatig breien of schilderen, maar over de opgeleide professional die op een methodologische manier ontwerpt. Die methoden maken dat deze professionals bij uitstek bijvoorbeeld kunnen visualiseren en verbeelden zodat er toekomstperspectief en handelingsperspectief ontstaat, maar ook cocreatie goed in kunnen zetten in multistakeholderprocessen, kunnen ontwerpen voor gedragsverandering met het oog op duurzaamheid, systemen kunnen analyseren en herontwerpen.
Een toekomstbestendig Nederland
De agenda’s van CLICKNL gaan over het opschalen van interventies en het versnellen van transities, over methoden en over de versterking en benutten van ontwerpkracht. Het zijn dwarsdoorsnijdende agenda’s die de andere thematische agenda’s, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat & energie of veiligheid, versterken. “Want er is wel heel veel technologie beschikbaar, maar als we een toekomstbestendig Nederland willen, dan zullen mensen en bedrijven ook handelingsperspectief moeten krijgen. Met nieuwe producten, diensten en systemen, die bij hen en hun omgeving aansluiten – en daar heb je ontwerpkracht voor nodig. Afhankelijk van waar het over gaat, kan die vanuit een architect, een game developer, een social designer of een andere professional komen.”
Beter bijdragen aan transities
Programma’s van CLICKNL en de projecten en samenwerkingspartners daarbinnen bestrijken zeer uiteenlopende onderwerpen. “Denk aan een programma waarin we echt inzetten op ontwerpkracht in en voor transities, met daarbinnen bijvoorbeeld onderzoek naar duurzamer kledingontwerp of het kunnen afstemmen van zorginterventies op elkaar en op het systeem.
Of een programma rondom immersieve content waarbinnen partnerorganisaties projecten kunnen financieren zoals bijvoorbeeld de ontwikkelingen van XR-trainingen voor ambulancemedewerkers of veiligheidsmedewerkers. Ook is er een programma rondom circulaire producten, diensten en businessmodellen, en is er een programma waarin ontwerpers en overheden samenwerken om de overheid te leren hoe zij ontwerpende vaardigheden beter kunnen benutten. Centraal staat altijd de vraag hoe we beter kunnen bijdragen aan de transities en hoe we daarvoor ontwerpkracht moeten versterken en benutten.”

